top of page
Zoeken
Foto van schrijverBen Vandebergh

De monnik en de dame


'Vele jaren geleden, wandelden twee monniken doorheen het land. Ze kwamen terug van een bijeenkomst en keuvelden rustig over de lessen die ze geleerd hadden van een bekende meester. Ze hadden geen haast, ze hadden nog vele kilometers voor de boeg en hielden van de rust van het woud en de omgeving.


Even verder hoorden ze een dame huilen aan de rivier. Het was vroeg in de zomer en de voorjaarsregens zorgden ervoor dat de rivier ook bij de oversteek plaats behoorlijk hoog stond. Toen ze toe kwamen, zagen ze de dame voor de rivier staan. Ze was gekleed in wat duidelijk een duur en handgemaakt huwelijksgewaad was.


‘Oh, gegroet broeders’ sprak ze hen snikkend aan. ‘Ik moet over steken, ik trouw vandaag, maar ik durf het water niet in. Het zou mijn huwelijksgewaad onherstelbaar beschadigen. Mijn moeder en tantes hebben er meer dan een jaar aan gewerkt. Kunnen jullie mij alsjeblieft niet helpen?’


Nu moet u weten dat in hun orde het aanraken van vrouwen strikt verboden was. Anderzijds was er de verplichting de hulpeloze te helpen. De twee monniken keken elkaar aan. De een fronste afwijzend, de ander glimlachte.


De glimlachende monnik stapte met medeleven naar de dame toe. Tot afgrijzen van zijn kompaan nam hij de dame op zijn schouders en stapte het water in. Plensend en plonzend bereikte hij de overkant, waar hij de dankbare dame met een handdruk en vriendelijke glimlach op weg stuurde naar haar trouwfeest.


'Toen hij de andere oever terug op stapte, droop hij van het water. Maar het was niet erg. Het zonnetje scheen en hij zou snel opdragen. Zijn vriend keek hem boos aan.


‘Waarom heb je dat gedaan’ brieste hij ‘je weet dat het zondigt tegen onze regels om een vrouw aan te raken’ De ander glimlachte en begon verder te stappen. Hij genoot van het warme gevoel iets voor iemand betekend te hebben. De lucht rook net iets frisser en de zon leek net iets warmer te schijnen.


De ander holde achter hem aan. ‘Wacht’ riep hij ‘waarom heb je dat gedaan? Je weet dat dit niet mag’. Maar de glimlachende monnik reageerde niet. Hij genoot van de wandeling. Hij stapte vrolijk verder, zo nu en dan een boom of een blad strelend.


Maar zijn geloofsgenoot hield niet op. Toen ze tegen de avond hun klooster bereikte, hoog in de bergen, lameerde hij nog steeds door. Hij bleef zijn lotgenoot vertellen dat wat hij gedaan had niet kon en niet geoorloofd was.


Na een laat avondmaal van brood en kaas gingen ze naar de slaapzaal. De glimlachende monnik sliep al snel in en droomde van geurende bossen en het geklater van een waterval. Maar zijn broeder kon de slaap niet vatten. Hij bleef woelen en draaien. Ten einde raad maakte hij de ander wakker.


‘Broeder’, sprak hij hem aan, ‘vertel me nu, waarom heb je die vrouw aangeraakt?’


‘Welke vrouw?’ vroeg de ander, nog niet geheel wakker.


‘Die vrouw die je de rivier hebt over gedragen’ fluisterde de ander.


‘Oh, maak je je daar zorgen over? Ik heb ze enkel de rivier over gedragen, jij hebt ze heel de weg mee naar hiertoe gedragen en neemt ze mee in bed’.


20 weergaven0 opmerkingen

Comments


bottom of page